Mirakel van Stiphout
De middeleeuwse Oude Toren is een bijzondere plek. Hier vond het Mirakel (wonder) van Stiphout plaats.
Het was een warme zomerdag in 1342. Door het broeierige weer keek niemand raar op toen het begon te onweren. Dat veranderde toen de bliksem met een klap in de houten spits van de kerktoren sloeg. Al snel stond de boel in lichterlaaie, aangewakkerd door de wind die door de galmgaten trok.
Jan Baloys, een Stiphoutse boer die aan het ploegen was, zag het gebeuren. Hij rende naar de kerk en zag pastoor Hocaerts met de handen in het haar staan. Niet alleen stond de kerk in brand, er lagen binnen in het tabernakel nog twee gewijde hosties – Onze Lieve Heer zelf. De pastoor wilde ze wel redden maar durfde niet; daarom bood Jan aan om de klus te klaren. Dat liet de pastoor zich geen twee keer zeggen. Hij gaf zijn zegen aan Jan, die vervolgens de vlammenzee trotseerde.
Wat er toen gebeurde is een raadsel. Spontaan weken de vlammen uiteen, zodat Jan de ciborie met daarin de gewijde hosties uit het tabernakel kon halen. Snel rende hij de brandende kerk weer uit om buiten tot zijn eigen verbazing te constateren dat hij het er levend vanaf had gebracht.
Hoe verklaar je zo’n verhaal? Is het een vrome legende of is er meer aan de hand? Feit is dat Stiphout na de brand een beroemde bedevaartsplaats werd, zoals staat vermeld in oude kronieken. Mensen kwamen van heinde en verre om de miraculeuze hosties te vereren, vaak in de hoop om genezing te vinden voor ziekten en kwalen.
Het laatst genoteerde wonder gaat over Jacob Goossens, een Helmondse tiener die al drie jaar blind was. In 1599 namen zijn ouders hem mee naar Stiphout om te bidden bij het Heilig Sacramentsaltaar in de kerk. Op de terugweg zei Jacob ineens: “Moeder, ik zie vogels vliegen!” – en hij kon weer zien.
Toch hebben de twee miraculeuze hosties het niet overleefd. Kroatische soldaten plunderden de kerk in het midden van de zeventiende eeuw en staken het godshuis in brand. Hierbij zijn de hosties helaas verloren gegaan. Het Mirakel van Stiphout raakte daarna in de vergetelheid en de destijds vervallen kerk werd uiteindelijk afgebroken. Alleen de toren bleef staan als baken in het landschap.
